Er was eens een dame die op een dag wakker werd met een kutgevoel.
Het voelde onverdraaglijk.
Ze vroeg de huisarts: “Heeft u wat wondermiddeltjes voor me, zodat het verdwijnt?”
Maar de huisarts zond haar weg; tegen een kutgevoel bestond geen pilletje, zalfje of ander medicijn.
Ze klopte aan bij de chirurg.
“Kunt u misschien dat kutgevoel wegsnijden? Volgens mij zit het in mijn buik.”
De chirurg voelde even aan haar buik, maar schudde toen zijn hoofd.
“Daar brand ik mijn vingers niet aan, mevrouwtje”, bromde hij.
De psycholoog zei: “Laten we erover praten, misschien gaat het dan wel weg.”
En ze praatten en praatten, terwijl het kutgevoel instemmend knikkend naast haar op de bank zat.
De dame probeerde van alles.
Alles om dat kutgevoel, dat haar leven zo verpestte, te laten verdwijnen.
De magiër toverde: “Hocus pocus pas, ik wou dat uw kutgevoel weg was.”
En POEF….
Het kutgevoel greep naar zijn hart, zakte achter de bank… en sprong toen grijnzend weer te voorschijn: “Kiekeboehhh!”
De hypnotiseur bracht de dame in een diepe staat van hypnose en toen ze wakker werd…..
Keek het kutgevoel haar recht in haar ogen en gaf haar een vette knipoog, waarbij het pus uit zijn ooghoek droop.
De slijter gaf haar twee flessen russische vodka mee – van de sterkste soort. Hij verzekerde haar: “Dit zal ‘m leren.”
De dame dronk de hele nacht.
Maar de volgende ochtend sprong het kutgevoel, groter dan ooit, weer op haar schoot en klauwde zijn knokige groene vingers nog wat steviger in haar inmiddels grijze haren.
De dame raakte ten einde raad en voelde zich doodmoe van haar zoektocht.
Laat ik hem maar eens even flink de waarheid zeggen, bedacht ze uiteindelijk.
En ze schreeuwde het beest in zijn gezicht: “IK HAAT JE! Ik haat je ik haat je ik haat je! GA WEEEEEG!”
Ze vloekte en tierde dat het een lieve lust was.
Voor wel twee uur aan een stuk.
Uiteindelijk zakte ze uitgeput op de grond.
En het kutgevoel?
Dat vleide zich zachtjes tegen haar aan.
De vrouw begon hartverscheurend te huilen.
Met lange uithalen en dikke tranen die over haar wangen biggelden.
Ze huilde en ze huilde, tot ze een arm om haar schouder voelde.
De dame keek verbaasd op en zag het kutgevoel recht in de ogen.
Ze keek het wezen wat ze zo haatte voor het eerste werkelijk aan en verzonk dieper en dieper in zijn ogen.
Wat ze zag was pijn. En verdriet. En angst.
En als vanzelf sloeg ze haar armen om het beest heen.
Zo zaten ze samen een tijdje huilend te wiegen naast elkaar.
Tot het kutgevoel haar zacht een kusje op haar wang gaf.
En kleiner en kleiner werd.
Tot er niets meer van over was dan een plasje op de vloer naast haar…
***
De moraal van dit verhaal:
heb je last van een kutgevoel?
Vecht er dan niet tegen.
Wens het niet weg.
Want kutgevoel kan hardnekkig zijn en is o zo vasthoudend.
Sta liever even stil en geef het aandacht.
Zit ermee.
Net zo lang tot het zich gevoeld voelt.
Want pas dan – en alleen dan – zal het je loslaten en de rust geven waar je naar verlangt.
***
Merk je dat je ook vaak in gevecht bent tegen wat is? En heb je geen idee hoe je kunt gaan ‘zitten’ met je gevoel? Laat me je dan helpen. Lekker ontspannen, zonder druk, in het Mastbos in Breda. Je bent van harte welkom!