Tag Archief van: emoties

“Ze is zo flink, zo sterk”, hoorde ik laatst iemand zeggen over een dappere dame die de strijd tegen kanker voert. Toen ik vanochtend wakker werd, lag ik daar zo eens over na te denken. Iedereen voert zijn strijd – tegen wat dan ook – op zijn of haar eigen manier. En alles is goed. Natuurlijk; het is immers jouw proces nietwaar?

Maar wat me opvalt is dat we vaak woorden als ‘sterk’ en ‘flink’ gebruiken als iemand een houding laat zien van: niet zeuren, maar doen, niet lullen maar poetsen, niet piepen, de schouders eronder en dóór. Dat is knap, zeker. Je moet het maar kunnen opbrengen.

Maar laten we even afstappen van het idee dat degene die het minst emotie toont degene is die het sterkst is. Want laat me je dit vertellen: je moet f*cking ballen hebben om je emoties, angsten, en twijfels wél te durven voelen. Als je ze ook nog durft te laten zien aan de wereld, open en bloot; dan ben je in mijn ogen niet minder dan een held. (En niet alleen als je doodziek bent.)

Ik ga niet zeggen dat de één sterker of beter is dan de ander. Het is geen wedstrijd. Wel ga ik je vragen hoe jij omgaat met de tegenslagen in jouw leven. Ben jij de doorzetter, die van de schouders eronder en door? Ga je bij de pakken neerzitten en denk je: dit komt nooit meer goed? Of doorvoel je elke stap van je proces heel bewust en beweeg je daarin mee met wat het leven je voorschotelt?

Nogmaals: er is geen goed of fout. Maar wat ik zelf in mijn omgeving zie, is dat veel mensen de werkelijke ‘strijd’ niet willen of durven aangaan. Ze proberen het verdriet en de angst te ontlopen die schuilgaat achter het afscheid nemen van het leven of van een dierbare.

Met als resultaat dat de worsteling en de pijn eigenlijk alleen maar groter wordt, onder de oppervlakte. Want emoties niet willen voelen is als een bal die je onder water probeert te houden: het kost veel energie en op een bepaald moment komen ze toch wel naar boven. (Meestal op een moment en manier die jou allerminst zint.)

Ja, het is pijnlijk om werkelijk te voelen wat het leven ons voorschotelt. Absoluut! De pijn, het verdriet, de woede, de onmacht, de angst, spijt… Au. Maar weet dat het vaak nóg zwaarder is om te proberen niet te zien wat er speelt in jou en je sterk te houden voor de ander.

Wees niet bang voor je emoties. Emoties geven het leven en je relaties kleur. Ze breken ons hart open en maken zo werkelijke verbinding mogelijk. Met onszelf en met de ander. Dus wees ‘flink’ en laat je tranen stromen op het moment dat ze beginnen te prikken achter je ogen. Het zal minder pijn doen dan je denkt en je veel meer opleveren dan je verwacht.

Echt.

Er was eens een dame die op een dag wakker werd met een kutgevoel.
Het voelde onverdraaglijk.

Ze vroeg de huisarts: “Heeft u wat wondermiddeltjes voor me, zodat het verdwijnt?”
Maar de huisarts zond haar weg; tegen een kutgevoel bestond geen pilletje, zalfje of ander medicijn.

Ze klopte aan bij de chirurg.
“Kunt u misschien dat kutgevoel wegsnijden? Volgens mij zit het in mijn buik.”
De chirurg voelde even aan haar buik, maar schudde toen zijn hoofd.
“Daar brand ik mijn vingers niet aan, mevrouwtje”, bromde hij.

De psycholoog zei: “Laten we erover praten, misschien gaat het dan wel weg.”
En ze praatten en praatten, terwijl het kutgevoel instemmend knikkend naast haar op de bank zat.

De dame probeerde van alles.
Alles om dat kutgevoel, dat haar leven zo verpestte, te laten verdwijnen.

De magiër toverde: “Hocus pocus pas, ik wou dat uw kutgevoel weg was.”
En POEF….
Het kutgevoel greep naar zijn hart, zakte achter de bank… en sprong toen grijnzend weer te voorschijn: “Kiekeboehhh!”

De hypnotiseur bracht de dame in een diepe staat van hypnose en toen ze wakker werd…..
Keek het kutgevoel haar recht in haar ogen en gaf haar een vette knipoog, waarbij het pus uit zijn ooghoek droop.

De slijter gaf haar twee flessen russische vodka mee – van de sterkste soort. Hij verzekerde haar: “Dit zal ‘m leren.”
De dame dronk de hele nacht.
Maar de volgende ochtend sprong het kutgevoel, groter dan ooit, weer op haar schoot en klauwde zijn knokige groene vingers nog wat steviger in haar inmiddels grijze haren.

De dame raakte ten einde raad en voelde zich doodmoe van haar zoektocht.
Laat ik hem maar eens even flink de waarheid zeggen, bedacht ze uiteindelijk.
En ze schreeuwde het beest in zijn gezicht: “IK HAAT JE! Ik haat je ik haat je ik haat je! GA WEEEEEG!”
Ze vloekte en tierde dat het een lieve lust was.
Voor wel twee uur aan een stuk.

Uiteindelijk zakte ze uitgeput op de grond.
En het kutgevoel?
Dat vleide zich zachtjes tegen haar aan.

De vrouw begon hartverscheurend te huilen.
Met lange uithalen en dikke tranen die over haar wangen biggelden.
Ze huilde en ze huilde, tot ze een arm om haar schouder voelde.

De dame keek verbaasd op en zag het kutgevoel recht in de ogen.
Ze keek het wezen wat ze zo haatte voor het eerste werkelijk aan en verzonk dieper en dieper in zijn ogen.
Wat ze zag was pijn. En verdriet. En angst.
En als vanzelf sloeg ze haar armen om het beest heen.

Zo zaten ze samen een tijdje huilend te wiegen naast elkaar.
Tot het kutgevoel haar zacht een kusje op haar wang gaf.
En kleiner en kleiner werd.
Tot er niets meer van over was dan een plasje op de vloer naast haar…

***

De moraal van dit verhaal:
heb je last van een kutgevoel?
Vecht er dan niet tegen.
Wens het niet weg.
Want kutgevoel kan hardnekkig zijn en is o zo vasthoudend.

Sta liever even stil en geef het aandacht.
Zit ermee.
Net zo lang tot het zich gevoeld voelt.
Want pas dan – en alleen dan – zal het je loslaten en de rust geven waar je naar verlangt.

***

Merk je dat je ook vaak in gevecht bent tegen wat is? En heb je geen idee hoe je kunt gaan ‘zitten’ met je gevoel? Laat me je dan helpen. Lekker ontspannen, zonder druk, in het Mastbos in Breda. Je bent van harte welkom!

Vanmiddag had ik een mooie Verhelderingssessie met een jonge moeder. Ze heeft het laatste jaar veel op haar bordje gekregen en is iemand die niet bij de pakken neerzit. Dus was haar vraag: “Wat kan ik doen om hier zo snel mogelijk weer uit te geraken? Welke stappen moet ik zetten?”

We zijn vaak geneigd om in de actiestand te schieten wanneer ons iets overkomt wat niet fijn voelt. Zeker als we al een berg persoonlijke ontwikkeling achter onze kiezen hebben. Laat ons de lessen van deze gebeurtenis maar leren – liefst snel, zodat we weer door kunnen op ons pad. En daardoor beseffen we soms niet dat dit ons pad ís. Gewoon hier op dit moment dealen met wat er op onze weg komt.

Werken aan jezelf is niet altijd een werkwoord. Het hoeft niet altijd gepaard te gaan met sessies met een coach of psycholoog, een stapel zelfhulpboeken, een workshop van het een of ander en dagenlang mediteren en journallen over het thema. Het mag wel, maar het hoeft niet. Gewoon aanwezig zijn bij waar je bent, kan al meer dan voldoende zijn. Overleven. Je staande houden. De dag doorkomen. Dat ís het werk. En dat is soms al meer dan genoeg.

Dus give yourself a break. En je zult merken dat je na een paar maanden ineens zo maar een stukje verder bent dan nu. Zit je nu nog op de bodem van die put, ben je dan ineens aan het opkrabbelen. Of trek je je al op aan de rand. Het groeien gaat bijna vanzelf. Alleen door niet weg te lopen van wat je overkomt.

Krijg je veel voor je kiezen? Gun jezelf dan ook eens wat rust. Om te beseffen wat er gebeurt. Om bij te komen van de klap. Om het verdriet te laten zijn. Dat is al genoeg hard werken. En geef jezelf een schouderklopje. You are doing the best you can and you are surviving. Wat kun je nog meer van jezelf verwachten?

Wil je ondersteuning bij je pijn, angst, verwarring, gevoel van machteloosheid of uitzichtloosheid? Dan is dat je goed recht! En heel verstandig om uit te reiken. Maar leg jezelf niet allerlei moetjes en deadlines op wanneer het leven al zwaar genoeg weegt. We vragen toch al meer dan genoeg van onszelf, vind je niet?

Ik vind mensen op hun allermooist als ze huilen. Als mensen in jouw nabijheid huilen, mag je namelijk een glimp van hun ware ik zien. En dat zie ik als een groot compliment. Omdat de ware ik normaal gesproken schuilgaat achter vele laagjes bescherming.

Laagjes die zijn opgebouwd op momenten waarop ons gezegd werd dat het zwak was om te huilen, wanneer papa of mama zeiden: “Die tranen zijn toch nergens voor nodig?”, of “Nu heb je wel genoeg gehuild, hup, flink zijn nu!”. Of de momenten waarop we voelden dat ons openlijke verdriet anderen ongemakkelijk maakte. Het zijn allemaal momenten die ons hebben geleerd dat huilen in het openbaar niet oké is.

Huilen doe ik zowat dagelijks. Om grote dingen, zoals het gemis van mijn twee jaar geleden overleden papa, als ik me machteloos voel, als ik geraakt wordt door lieve woorden van een vriendin, als ik het verdriet van een ander voel… Maar ook om hele kleine dingen: lieve filmpjes van puppy’s op Instagram, of om een heel mooi liedje, wat misschien weer herinneringen raakt.

Mijn tranen vloeien moeiteloos en ik doe ook geen enkele moeite meer om ze tegen te houden. Omdat ik voel dat het goed is om mijn lichaam te laten doen wat het wil. Omdat ik klaar ben met vechten. Tegen wat dan ook.

Cliënten verontschuldigen zich vaak voor hun tranen. “Sorry hoor”, zeggen ze dan, ondertussen hun ogen verwoed droog deppend. En dat is jammer. Je tranen tegenhouden is niet natuurlijk. Tranen willen stromen. Als tranen stromen, komt er wat in beweging. Oud zeer, weggeduwd waar we hopen dat het voor altijd verstopt blijft, komt vrij. En dat lucht op. Het maakt ruimte in je lijf. Ruimte voor iets nieuws…

Hoe is dat voor jou?
* Wat doet jou verdriet?
* En wat ontroert je?
* Wanneer houd jij je tranen in?
* En bij wie mogen ze stromen?

Dit zijn prachtige vragen om over te journallen: schrijf zonder pauze jouw antwoord op elke vraag. En laat je verrassen door de inzichten die het je brengt. Voel je dat er veel verdriet in je zit, maar lukt het jou niet om erbij te komen, laat staan het te laten stromen? Óf vind je dat heel spannend? Geef me dan even een seintje. Ik help je er graag bij.

Naast me, op het bankje in het stadspark, zit een jonge vrouw die moeite heeft met het tonen van haar gevoelens. De tranen die zo nu en dan opwellen, veegt ze snel weg. Dat is wat haar is meegegeven als kind: emoties zijn lastig, die stop je weg. En dat is wat ze doet als jonge vrouw. Ze legt de lat hoog voor zichzelf. Zowel op werkgebied als op persoonlijk vlak. Bij anderen wil ze het gezellig houden. Daar is ze het liefst enkel haar sprankelende ik. Haar chagrijn en boze buien stopt ze dan weg.

Maar ze is moe. Moe van het wegstoppen. Haar lijf doet zeer. Houdt haar in zijn greep. En zelfs nu, nu ze haar ongemak zo pijnlijk voelt, vraagt ze zichzelf om sterk te blijven.

Ze is niet de enige. Velen van ons zijn opgegroeid met de gedachten dat emoties lastig zijn. Dat we tranen maar moeten wegslikken. Dat anderen geen last hoeven hebben van onze mindere kanten; ons verdriet, onze angst, onze boosheid, onze twijfels en zorgen. En dus leven we naar buiten een leven dat er vooral gezellig uitziet. Terwijl we soms van binnen doodgaan…

Onze uitdaging is om ook de donkere kanten in onszelf te omarmen. Ze zíjn er, en ze zijn deel van ons. Kun je je voorstellen dat we – wanneer we onze schaduwkanten ontkennen – een gedeelte van onszelf ontkennen? Als boosheid, verdriet en angst er niet mogen zijn, dan zijn we maar de helft van ons. En als we slechts de helft zijn van onszelf, dan zijn we dus niet zo krachtig als we zouden kunnen zijn. Een half ei is geen ei, immers.

Omarm je emoties. Maar hoe doe je dat dan?
Stap 1: Ga op verkenning. Wat zit er allemaal in mijn lijf dat ik nooit heb willen zien? Voel maar, schrijf er maar over. En voel steeds een stukje dieper, verken steeds een stukje verder.
Stap 2: Doorvoel. Welke emoties kom je tegen? Kijk eens of ze er mogen zijn van jou. Kijk eens of de tranen mogen vloeien, de boosheid eruit mag komen, de angst gevoeld mag worden. Laat het maar gewoon gebeuren; je kunt het hebben, echt waar.
Stap 3: Forceer niets. Als het je te veel wordt, dan is het genoeg voor vandaag en ga je morgen gewoon weer verder.

In dit hele proces – in het hele leven – geldt: wees lief voor jezelf. Dat betekent dat je mag stoppen met vechten. Als er tranen zijn, laat ze dan stromen. Laat er boosheid zijn als je boosheid voelt. En gun het jezelf om gewoon jij te zijn. Je bent goed genoeg. Ook als je verdrietig bent of bang, ook als je boos bent of chagrijnig, ook als je geen zin hebt in wat dan ook. Omarm je emoties. After all, you’re only human.